U bent hier: Home / Nieuws / Het Brussels Hoofdstedelijk Parlement de ordonnantie van 28 januari 2021 tot wijziging van hoofdstuk IIIbis van titel IV van het Brussels Wetboek van Ruimtelijke Ordening (BWRO) aangenomen.

Het Brussels Hoofdstedelijk Parlement de ordonnantie van 28 januari 2021 tot wijziging van hoofdstuk IIIbis van titel IV van het Brussels Wetboek van Ruimtelijke Ordening (BWRO) aangenomen.

12-05-2021 - Ordonnantie van 28 januari 2021 tot wijziging van hoofdstuk IIIbis van titel IV van het Brussel Wetboek van Ruimtelijke Ordening werd in het Belgisch Staatsblad gepubliceerd op 3 mei 2021.

De ordonnantie kadert in de doelstellingen van de algemene beleidsverklaring van 2019-2024 en strekt tot de wijziging van hoofdstuk IIIbis van titel IV van het BWRO met als doel te voorzien in een versnelde stedenbouwkundige procedure van de vergunningsaanvragen voor projecten met minstens 25 % openbare woningen en een nieuw scholenplan tot minstens 2025, met bijzondere aandacht voor de architecturale kwaliteit van de projecten.

De wijzigingen die in de ordonnantie worden voorgesteld, hebben vooral als doel de behandelingstermijn te verkorten om een snellere dossierbehandeling mogelijk te maken.

  1. Toepassingsgebied 

De versnelde procedure is van toepassing op de aanvragen tot stedenbouwkundige vergunning met als voorwerp:

  1. de creatie of de vergroting van de opvangcapaciteit van een schoolvoorziening 

De schoolvoorziening wordt bepaald als zijnde een inrichting van het kleuter-, basis- en/of middelbaar onderwijs, met inbegrip van het bijzonder onderwijs.

De wetgever heeft een stedenbouwkundige definitie van het woord 'school' vastgesteld, die zowel op privéscholen als op openbare scholen van toepassing is. 

  1. de creatie van een vloeroppervlakte sociale woningen die overeenkomt met minstens 25 % van de totale vloeroppervlakte van de aanvraag

De sociale woning wordt gedefinieerd in artikel 2, § 1, 20°, van de Brusselse Huisvestingscode: "de woning die door de BGHM en de OVM's te huur wordt gesteld aan personen met een bescheiden inkomen en waarvan de regels voor de berekening van de huurprijs door de Regering vastgesteld worden".

De renovatie van sociale woningen en de creatie van woningen met sociale doeleinden zijn uitgesloten van het toepassingsgebied van de versnelde procedure.

De totale vloeroppervlakte verwijst naar het begrip 'vloeroppervlakte' zoals het in verklarende woordenlijst van het GBP wordt gedefinieerd:

"Vloeroppervlakte: Som van de overdekte vloeren met een vrije hoogte van minstens 2,20 m in alle lokalen, met uitsluiting van de lokalen gelegen onder het terreinniveau die voor parkeerplaatsen, kelders, technische voorzieningen en opslagplaatsen bestemd zijn.

De vloerafmetingen worden buitenwerks gemeten tussen de onbeklede buitenwanden van de gevelmuren, en de vloeren worden geacht door te lopen, zonder rekening te houden met de onderbreking ervan door scheidingswanden en binnenmuren, of door kokers, trappenhuizen en liftschachten."

De aandacht van de aanvrager die van deze procedure gebruik wil maken, wordt gevestigd op  de noodzaak van het bekomen van een verbintenis van de BGHM of van de OVM met betrekking tot de aankoop van de sociale wooneenheden die het voorwerp van de aanvraag uitmaken.

Concreet werd het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 12 december 2013 tot vaststelling van de samenstelling van het dossier van de aanvraag voor een stedenbouwkundige vergunning gewijzigd door het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 1 april 2021 tot wijziging van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 12 december 2013 tot vaststelling van de samenstelling van het dossier van de aanvraag voor een stedenbouwkundige vergunning teneinde in de samenstelling van de aanvraag tot stedenbouwkundige vergunning de indiening te integreren van elk document waaruit blijkt dat de sociale woningen die nieuw gecreëerd worden in overeenstemming met artikel 197/1, zullen worden verworven door de BGHM en/of door een OVM.

  1. Uitsluitingen

Wordt uit het toepassingsgebied uitgesloten, de aanvragen tot stedenbouwkundige vergunning:

1° in verband met een gemengd project;

2° onderworpen aan een effectenstudie;

3° met betrekking tot een goed dat op de bewaarlijst genoteerd werd of beschermd is of waarvan de procedure tot inschrijving of tot bescherming op dit ogenblik loopt.

 

  1. De behandelingsprocedure van de aanvragen tot stedenbouwkundige vergunning

Hoofdstuk IIIbis (artikelen 179/1 tot 197/18) zoals gewijzigd door de ordonnantie, voorziet bepalingen die afwijken van hoofdstuk III artikelen 123/4 en volgende) van titel IV van het BWRO, dat bovendien van toepassing is. Concreet betekent dit dat bij gebrek aan bijzondere bepaling in hoofdstuk IIIbis de bepalingen van de gemeenschappelijke procedure van hoofdstuk III van toepassing zijn.

De handelingen en werken binnen het toepassingsgebied van de onderhavige procedure behoren tot de bevoegdheid van de gemachtigde ambtenaar.

De behandelingstermijn in eerste aanleg in het kader van de bijzondere procedure van hoofdstuk IIIbis zijn alle termijnen van orde.

  1. Het advies van de bouwmeester

Voor de aanvragen tot stedenbouwkundige vergunning die een advies van de bouwmeester vereisen op grond van artikel 11/1, bedraagt de termijn 30 dagen vanaf de ontvangst van de adviesaanvraag.

  1. De volledigheid van het dossier

De termijnen voor de controle op de volledigheid van het dossier van de aanvraag tot stedenbouwkundige vergunning (OBV/OBO) bedraagt 20 dagen vanaf de ontvangst van de aanvraag of de ontvangst van aanvullende stukken naar aanleiding van de verzending van het ontvangstbewijs van onvolledig dossier.

Dit geldt eveneens in geval van wijziging van de aanvraag, zowel wanneer deze op initiatief van de aanvrager gebeurt als op die van de vergunningverlenende overheid.

  1. Adviezen van de instanties

De termijn voor de adviezen van het college van burgemeester en schepenen bedraagt 30 dagen na het einde van het openbaar onderzoek.

  1. Speciale regelen van openbaarmaking

De speciale regelen van openbaarmaking, met name het openbaar onderzoek en/of het advies van de overlegcommissie, verlopen volgens de gemeenschappelijke procedure, bepaald in hoofdstuk III van titel IV van het BWRO. 

De overlegcommissie beschikt echter over een termijn van 30 dagen na het einde van het openbaar onderzoek of, indien de speciale regelen van openbaarmaking het advies van de overlegcommissie niet vereisen, binnen de dertig dagen na de verzending van het ontvangstbewijs van volledig dossier, om haar advies in te dienen.

  1. De beslissing van de gemachtigde ambtenaar

De beslissing van de gemachtigde ambtenaar tot toekenning of weigering van de vergunning wordt betekend binnen de volgende termijnen, te rekenen vanaf de verzending van het ontvangstbewijs van volledig dossier:

  • 50 dagen indien de aanvraag geen openbaar onderzoek vereist en niet overeenkomt met een van de gevallen waarop de regering de termijn van 60 dagen toepasbaar gemaakt heeft binnen dewelke de Dienst voor Brandweer en Dringende Medische Hulp zijn advies dient uit te brengen;
  • 80 dagen indien de aanvraag geen openbaar onderzoek vereist, maar overeenkomt met een van de gevallen waarop de regering de termijn van 60 dagen toepasbaar gemaakt heeft binnen dewelke de Dienst voor Brandweer en Dringende Medische Hulp zijn advies dient uit te brengen als dit advies vereist is;
  • 95 dagen in de andere gevallen.

 

  1. De beroepsprocedure

Er kan een beroep worden ingediend bij de regering:

  • door de aanvrager als de beslissingstermijn, toegekend aan de gemachtigde ambtenaar, is overschreden zonder dat een beslissing werd genomen. De verzending van dit beroep is aan geen termijn gebonden, zo lang de gemachtigde ambtenaar zich niet heeft uitgesproken;
  • door de aanvrager of, wanneer de gemeente niet de aanvrager is, door het college van burgemeester en schepenen als de gemachtigde ambtenaar een beslissing heeft genomen. Het beroep moet binnen vijftien dagen na ontvangst na deze beslissing worden verzonden.

In tegenstelling tot wat in hoofdstuk III van titel IV van het BWRO wordt voorzien, treedt het Stedenbouwkundig College niet op in deze procedure. Er adviescollege brengt dus geen advies uit en de hoorzittingen worden door de regering georganiseerd.

De vraag om hoorzitting wordt geformuleerd hetzij door de verzoeker in zijn beroep, hetzij, indien ze niet in het beroep wordt aangevraagd, door de gemachtigde ambtenaar binnen de vijf dagen na de betekening van het beroep door de regering.

De hoorzitting heeft plaats binnen vijftien dagen na ontvangst van het verzoek.

De regering beschikt over een termijn van 45 dagen om haar beslissing aan de partijen te betekenen, vanaf de ontvangst van het beroep: 

  • indien het beroep tegen een beslissing van de gemachtigde ambtenaar is gericht, wordt deze beslissing automatisch bevestigd;
  • indien het beroep volgt op het uitblijven van beslissing van de gemachtigde ambtenaar, kan de aanvrager bij het verstrijken van de termijn van 45 dagen, via aangetekend schrijven een herinnering richten aan de regering wanneer deze nog steeds geen uitspraak deed.

Deze herinnering start in hoofde van de regering een nieuwe termijn van dertig dagen, te rekenen vanaf de verzending, om een beslissing te nemen en te betekenen. Bij het uitblijven van beslissing van de regering bij het verstrijken van deze termijn van dertig dagen, wordt de aanvraag geacht geweigerd te zijn.

 

  1. Inwerkingtreding en overgangsmaatregelen

De ordonnantie treedt in werking op 13 mei 2021.

Hoofdstuk IIIbis zoals gewijzigd door de ordonnantie, zal van toepassing zijn op de nieuwe aanvragen, ingediend vanaf de datum van haar inwerkintreding en tot 30 juni 2025.

Document acties

gearchiveerd onder: