U bent hier: Home / Stedenbouwkundige vergunning / Welke zijn de mogelijkheden tot beroep?

Wat zijn de mogelijkheden tot beroep?

Administratief beroep door de aanvrager/vergunninghouder

We wijzen erop dat het BWRO grondig werd herzien als gevolg van de goedkeuring van de ordonnantie van 30 november 2017 tot hervorming van het Brussels Wetboek van Ruimtelijke Ordening en van de ordonnantie van 5 juni 1997 betreffende de milieuvergunningen en tot wijziging van aanverwante wetgevingen.

De beroepsprocedure werd toen aangepast voor aanvraagdossiers voor stedenbouwkundige vergunningen/attesten of verkavelingsvergunningen/-attesten die vanaf 1 september 2019 worden ingediend. Voor de aanvraagdossiers die voor 1 september 2019 werden ingediend, blijft de oude procedure van toepassing.

In het begin zullen de twee procedures dus naast elkaar bestaan.  Of de ene of de andere procedure wordt toegepast, hangt af van de datum waarop de vergunningsaanvraag in eerste aanleg werd ingediend. Dat wil zeggen de datum waarop de aanvraag werd ingediend bij het college van burgemeester en schepenen of bij de gemachtigde ambtenaar, wanneer die de vergunningverlenende overheid is.
 

1. Oude procedure: van toepassing op aanvragen tot stedenbouwkundige vergunningen/attesten ingediend vóór 1 september 2019


1.1 Administratief beroep door de aanvrager/vergunninghouder

(Artikel 169 tot 174 en 180 tot 182 van het BWRO)

  • Bij onenigheid over de beslissing kan de aanvrager een administratief beroep instellen bij de regering.
    Het beroep dient te worden ingediend met een aangetekend schrijven binnen 30 dagen na ontvangst van de gemeentelijke beslissing in eerste aanleg of van de beslissing van de gemachtigde ambtenaar of, bij het ontbreken daarvan, binnen 30 dagen na het verstrijken van de voorziene termijn. Het beroep wordt gericht aan de regering, meer bepaald aan het Stedenbouwkundig College.
    Dat college van onafhankelijke deskundigen brengt binnen 60 dagen na het versturen van het beroep advies uit over het dossier.
    Die termijn kan in het geval van speciale regelen van openbaarmaking en/of van adviezen van instanties worden verlengd (+ 30/60 dagen), en vermeerderd met 15 dagen als de partijen worden gehoord.
  • Belangrijke opmerking: als de verzoeker wil worden gehoord, moet hij dat in zijn beroep vermelden. Later kan hij daar niet meer om verzoeken.
  1. De regering deelt vervolgens haar gemotiveerde beslissing mee binnen 30 dagen na de verzending van het advies van het Stedenbouwkundig College (of, als er geen advies werd uitgebracht, binnen 30 dagen na het verstrijken van de adviestermijn).
  • En als de regering haar beslissing niet tijdig bekendmaakt?
  1. In dat geval kan er haar een herinnering worden gestuurd. Die herinnering dient via aangetekend schrijven naar de regering te worden verzonden. Opgelet, zowel verzoeker als de gemeente of de gemachtigde ambtenaar kunnen haar een herinnering sturen. De gemeente of gemachtigde ambtenaar moeten dan bovendien een kopie van de herinnering naar de verzoeker sturen, zo niet blijft ze zonder gevolg. 
  • En als de regering niet antwoordt binnen 30 dagen na die herinnering?

of

  • bij gebrek aan dat advies wordt de beslissing waartegen beroep wordt aangetekend, bevestigd

of

  • bij gebrek aan die beslissing wordt de vergunning geacht geweigerd te zijn.

 

  • De regering kent de gevraagde vergunning toe - al dan niet onder voorwaarden - of weigert ze, op basis van een volledig nieuw onderzoek van de aanvraag. 

De regering kan ook eventuele afwijkingen van een BBP, een verkavelingsvergunning of een stedenbouwkundige verordening toekennen. Er kan haar ook een gewijzigde aanvraag worden voorgelegd binnen de in artikel 173/1 van het BWRO bepaalde grenzen.
 

1.2 Administratief beroep ingediend door de gemeente

Als de gemachtigde ambtenaar de vergunning heeft afgegeven aan de aanvrager/vergunninghouder, kan het college van burgemeester en schepenen in bepaalde omstandigheden in naam van de gemeente een beroep indienen bij de regering. Er moet een onderscheid worden gemaakt tussen gevallen waarbij de vergunning door de gemachtigde ambtenaar werd afgegeven na rechtstreekse aanhangigmaking (met een vereist rapport) en de andere gevallen die hier worden uiteengezet.

  • In het geval van aanhangigmaking bij de gemachtigde ambtenaar kan het college van burgemeester en schepenen slechts een beroep indienen bij de regering op voorwaarde dat de gemachtigde ambtenaar de vergunning heeft afgegeven en daarbij, zonder gemotiveerd voorstel van het college van burgemeester en schepenen, een afwijking heeft toegekend van de voorschriften van een bijzonder bestemmingsplan of van een verkavelingsvergunning.
  • In de andere gevallen kan het college van burgemeester en schepenen een beroep indienen bij de regering voor elk geval waarin de gemachtigde ambtenaar de vergunning heeft afgegeven.

Het college van burgemeester en schepenen brengt tegelijk de vergunningsaanvrager op de hoogte van het feit dat het beroep aantekent. Als de gemeente niet heeft gevraagd om te worden gehoord, kan de vergunningsaanvrager een dergelijk verzoek indienen. Dat dient te gebeuren binnen 15 dagen na ontvangst van de kennisgeving betreffende de indiening van het beroep.

Zowel het beroep als de termijn voor het indienen ervan zijn opschortend, zodat de vergunninghouder de vergunning niet mag uitvoeren en de beslissing van de regering moet afwachten.

Voor het overige is de procedure identiek aan de in punt 1.1. vermelde procedure. De vergunninghouder kan dus een herinnering sturen als de regering niet binnen de vereiste termijn beslist.
 

1.3. Contactgegevens

Het beroep bij de regering tegen de beslissing van het college van burgemeester en schepenen of tegen de beslissing van de gemachtigde ambtenaar of bij gebrek aan een beslissing, dient bij een ter post aangetekende zending te worden verstuurd binnen 30 dagen na ontvangst van de betekening van de beslissing of na de datum waarop die had moeten worden betekend, naar het volgende adres:


Stedenbouwkundig College
urban.brussels
(Gewestelijke openbare dienst Brussel Stedenbouw en Erfgoed)
Kunstberg 10-13
1000 Brussel

Als de indiener van het beroep wenst te worden gehoord, moet dat worden vermeld in de brief waarin beroep wordt aangetekend.

Om de wetgeving met betrekking tot het Stedenbouwkundig College te raadplegen, en in het bijzonder de artikelen 169 tot 174 en 180 tot 182 van de ordonnantie van 14 mei 2009 (BWRO), verwijzen we naar de link "Regelgeving" -> "Brussels Wetboek van Ruimtelijke Ordening (BWRO)", met gebruik van de gecoördineerde versie die van toepassing was vóór 1 september 2019.

Bijkomende informatie kan verkregen worden bij het secretariaat van het Stedenbouwkundig College:

Tel.: 02/432 83 38
 

2. Procedure van toepassing op aanvragen tot stedenbouwkundige vergunningen/attesten ingediend na 1 september 2019 - Administratieve beroepen

De procedure voor het administratief beroep wordt omkaderd door artikel 188/1 tot 188/6 van het BWRO en door het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering betreffende de indiening van de beroepen bij de regering tegen de beslissingen inzake verkavelingsvergunningen, stedenbouwkundige vergunningen en attesten en houdende organisatie van de in het kader van deze beroepen voorziene hoorzittingen
 

2.1 Administratief beroep door de vergunningsaanvrager

Als de aanvrager het niet eens is met de beslissing die het college van burgemeester en schepenen of de gemachtigde ambtenaar heeft genomen (of als de aanvraag stilzwijgend werd geweigerd bij ontstentenis van een beslissing van de gemachtigde ambtenaar binnen de opgelegde termijn), kan hij een administratief beroep bij de Brusselse regering indienen, die de aanvraag opnieuw onderzoekt (art. 188/1 van het BWRO).

Het beroep mag worden ingediend hetzij bij een ter post aangetekende brief hetzij langs elektronische weg.

Het beroep moet worden verzonden binnen 30 dagen:

  • na ontvangst van de beslissing van het college van burgemeester en schepenen of van de gemachtigde ambtenaar.

  • of na het verstrijken van de termijn waarover de gemachtigde ambtenaar beschikte om zijn beslissing te nemen, als hij op die datum geen beslissing heeft genomen.

Het beroep wordt gericht aan de regering, die er een kopie van doorstuurt naar het Stedenbouwkundig College en naar de overheid waarvan de uitdrukkelijke of stilzwijgende beslissing wordt betwist.

Als de aanvrager wil worden gehoord (tijdens de hoorzitting bij het Stedenbouwkundig College), moet hij dat in zijn beroep vermelden. Later kan hij daar niet meer om verzoeken.

De overheid waarvan de beslissing wordt betwist kan ook vragen om voor het Stedenbouwkundig College te worden gehoord. Zij moet dat aanvragen bij de regering binnen vijf dagen vanaf de datum waarop de regering haar een kopie van het beroep heeft verzonden.

Het Stedenbouwkundig College, dat is samengesteld uit onafhankelijke deskundigen, brengt binnen 75 dagen na het versturen van het beroep advies uit over het dossier.

Die termijn wordt verlengd wanneer het Stedenbouwkundig College vaststelt dat de vergunningsaanvraag moet worden onderworpen aan de speciale regelen van openbaarmaking en/of aan het advies van bepaalde overheidsdiensten/instanties (artikel 188/2 van het BWRO).

De regering deelt haar beslissing mee binnen 60 dagen na de verzending van het advies van het Stedenbouwkundig College of, als er geen advies werd uitgebracht, binnen 30 dagen na het verstrijken van de adviestermijn (artikel 188/3 van het BWRO).

  • En als de regering haar beslissing niet tijdig bekendmaakt?

In dat geval kan er haar per aangetekende brief een herinnering worden gestuurd. Opgelet: een herinnering kan zowel worden gestuurd door de verzoeker als door de overheid waarvan de beslissing wordt betwist. Wanneer het college van burgemeester en schepenen die herinnering stuurt, dient het tevens een kopie te verzenden naar de verzoeker. Indien dat niet gebeurt, blijft de herinnering zonder gevolg.

  • En als de regering niet antwoordt binnen 30 dagen na die herinnering?
    • Het advies van het Stedenbouwkundig College geldt dan als beslissing.

     of

  • Als het Stedenbouwkundig College geen advies heeft verleend binnen de hem opgelegde termijn, dan wordt de beslissing die het voorwerp van het advies heeft gevormd, bevestigd.
  • Wat kan de regering beslissen?

De regering beschikt over dezelfde mogelijkheden als de overheid die zich in eerste aanleg heeft uitgesproken. Zij kan de vergunningen toekennen - al dan niet onder voorwaarden - (en daarbij eventueel afwijkingen aan bepaalde stedenbouwkundige regels toestaan) of weigeren.

  • Kan de vergunningsaanvrager zijn aanvraag in deze fase wijzigen?

Ja, dat kan binnen de grenzen en voorwaarden opgenomen in artikel 188/4 van het BWRO. In dat geval is voorzien dat de termijn voor de beslissing en het onderzoek van de volledigheid van het gewijzigde dossier wordt opgeschort.

Opgelet: als de wijzigingen niet tegelijk aan drie voorwaarden voldoen, namelijk het voorwerp van het project niet aantasten, bijkomstig zijn voor het project en een antwoord bieden op de bezwaren die door het project zijn ontstaan en/of een aanvraag tot afwijkingen schrappen, dan zal de regering verplicht zijn de vergunning te weigeren.
 

2.2. Administratief beroep ingediend door de gemeente

Naast de vergunningsaanvrager is het college van burgemeester en schepenen de enige die een administratief beroep bij de regering kan indienen.

Het recht om in beroep te gaan kan evenwel alleen worden uitgeoefend tegen de beslissingen die de gemachtigde ambtenaar heeft genomen in het kader van de bevoegdheden vermeld in artikel 123/2 (artikel 188/1, 2e lid, van het BWRO). Het college van burgemeester en schepenen kan de beslissing van de gemachtigde ambtenaar niet betwisten in het geval van een automatische aanhangigmaking, dat wil zeggen wanneer het college van burgemeester en schepenen de bevoegde autoriteit was, maar geen beslissing binnen de hem toebedeelde termijn heeft genomen.

Het beroep mag worden ingediend hetzij bij een ter post aangetekende brief hetzij langs elektronische weg. In beide gevallen is het college van burgemeester en schepenen verplicht per aangetekende brief een kopie te richten aan de houder van de betwiste vergunning. Als niet aan die verplichting wordt voldaan, is het beroep onontvankelijk.

Het beroep moet worden ingediend binnen 30 dagen na de ontvangst van de beslissing.

Het beroep en de termijn voor het indienen ervan zijn opschortend: de vergunninghouder mag de vergunning niet uitvoeren en moet de beslissing van de regering afwachten.

Voor het overige is de procedure identiek aan de procedure die in het vorige punt is berekend.
 

2.3 Contactgegevens

De beroepen bij de Regering moeten worden ingediend


Brusselse Hoofdstedelijke Regering

Mevrouw Ans PERSOONS
Staatssecretaris bevoegd voor Stedenbouw en Monumenten en Landschappen

Zenith Building
 Koning Albert II-laan 37 - 12e verdieping
1030 Brussel


3. Beroep bij de Raad van State

De Raad van State is het hoogste bestuurlijke rechtscollege van de staat. Een van zijn functies is de behandeling van beroepen tegen bestuurshandelingen. De Raad van State is bevoegd voor de vernietiging van onregelmatige bestuurshandelingen, d.w.z. die strijdig zijn met de rechtsregels. Daarnaast kan de Raad van State de gevolgen van die handelingen schorsen gedurende de tijd die nodig is om het beroep tot nietigverklaring te onderzoeken.

De rol van de Raad van State verschilt fundamenteel van de rol van de regering wanneer een administratief beroep tegen de regering wordt ingediend. De Raad van State is niet bevoegd om te beslissen of de vergunning al dan niet zal worden toegekend. Zijn controle beperkt zich tot het nagaan of de beslissing die de bevoegde autoriteit heeft genomen om de vergunning af te geven/te weigeren regelmatig is.

Wanneer de Raad van State een beslissing die door die bevoegde autoriteit werd genomen vernietigt, dan zal die bevoegde autoriteit moeten onderzoeken in welke mate een nieuwe beslissing kan of moet worden genomen om de vernietigde beslissing te vervangen. Daarbij zal de bevoegde autoriteit rekening moeten houden met de onregelmatigheid die de Raad van State had vastgesteld.

Wie kan bij de Raad van State een beroep indienen?

Iedere persoon die kan aantonen belang te hebben bij het betwisten van een toekennings- of weigeringsbeslissing en die geen mogelijkheid (meer) heeft om administratief beroep in te dienen. Dat wil zeggen:

  • Derden (in het geval van stedenbouw zijn dit meestal mensen die in de buurt van het project wonen);
  • De vergunningsaanvrager die zijn recht op administratief beroep bij de regering heeft uitgeoefend of die dat niet meer kan doen omdat de termijn verstreken is;
  • De gemeente die haar recht op administratief beroep bij de regering heeft uitgeoefend, die dat niet meer kan doen omdat de termijn verstreken is of die dat niet kan doen omdat ze een beslissing van de gemachtigde ambtenaar wil betwisten in het kader van het mechanisme van automatische aanhangigmaking.

Termijn voor de indiening van een beroep?

De termijn waarin een beroep tot nietigverklaring naar de Raad van State kan worden verzonden, is in principe 60 dagen vanaf het moment dat de verzoeker kennis heeft genomen (of wordt geacht kennis te hebben genomen) van de inhoud van de beslissing die hij wenst te betwisten. In het kader van de procedures voor de afgifte van de vergunningen georganiseerd door het BWRO betekent dit dat de termijn begint te lopen:   

  • Voor de vergunningsaanvrager en voor de gemeente: vanaf de kennisgeving van de betwiste beslissing (of in geval van de stilzwijgende weigering vanaf het verstrijken van de beslissingstermijn).
  • Voor derden: vanaf de kennisname van de inhoud van de betwiste beslissing. Er is dus niet één datum, die voor alle derden van toepassing is, waarna een beroep bij de Raad van State niet meer mogelijk is.


Voor meer informatie, raadpleeg de website van de Raad van State.

Document acties