Handelingen en werken die een stedenbouwkundige vergunning vereisen
De algemene regel stelt dat voor al de bouw-, afbraak-, renovatie- of verbouwingswerken, bestemmings- of gebruikswijzigingen van een gebouw vooraf een stedenbouwkundige vergunning nodig is. Een stedenbouwkundige vergunning is dus de regel. De vrijstelling ervan vormt de uitzondering.
Het BWRO bepaalt de handelingen en werken waarvoor een stedenbouwkundige vergunning vereist is (cf. art. 98, § 1, van het BWRO).
De gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen kunnen voor bepaalde werken eveneens een stedenbouwkundige vergunning eisen (cf. art. 98, § 3 van het BWRO).
De handelingen en werken die aan een vergunning onderworpen zijn:
- Bouwen en plaatsen van vaste inrichtingen op een grond;
- De aanleg of het profiel van een weg wijzigen;
- Een bestaand bouwwerk verbouwen;
- Een bouwwerk afbreken;
- Herbouwen;
- De bestemming wijzigen van een heel goed of van een deel ervan, zelfs zonder werken;
- Het gebruik van een goed wijzigen, voor zover deze wijziging voorkomt op een lijst, vastgelegd door de regering;
- Het aantal woningen in een bestaand bouwwerk wijzigen;
- Het reliëf van de bodem aanzienlijk wijzigen;
- Ontbossen;
- Hoogstammige bomen vellen, verplaatsen of ze onderwerpen aan elke ingreep die hun overleving in het gedrang kan brengen;
- Het silhouet wijzigen van een boom die ingeschreven is op de bewaarlijst;
- Ontginnen of de vegetatie wijzigen van elk gebied waarvan de regering de bescherming noodzakelijk acht;
- Een grond gewoonlijk gebruiken als:
- opslagplaats voor één of meer voertuigen, schroot, materialen of afval;
- parkeerplaats van voertuigen, hierin begrepen voertuigen of aanhangwagens voor reclamedoeleinden;
- standplaats voor een of meer mobiele inrichtingen die bewoond kunnen worden, zoals woonwagens, kampeerwagens, afgedankte voertuigen, tenten.
Enkele concrete voorbeelden:
- De verbouwing van een handelshuis (boekenwinkel, kruidenier,…) tot snack, videotheek, lunapark, wassalon of ander type activiteit die voorkomt in het besluit van 12.12.2002 betreffende de aan een stedenbouwkundige vergunning onderworpen wijzigingen van gebruik;
- De sanering van een oud, verlaten atelier, zelfs zonder bouwwerken, om er woningen van het type ‘loft’ of kantoren onder te brengen;
- De verbouwing van een woongebouw tot kantoorgebouw (zelfs als hiervoor geen werken nodig zijn);
- De ingrijpende wijziging – zelfs gedeeltelijk – van het bodemreliëf;
- Het vervangen van ramen en deuren die zichtbaar zijn vanaf de openbare ruimte, zonder behoud van de oorspronkelijke vormen (de boogvorm, de zichtbare indelingen, de vaste en de openslaande vleugels, …).
- De plaatsing van reclame of uithangborden op minder dan 20 meter van een beschermd goed;
- De vestiging van een handelszaak in een woongebouw.
Concrete vragen over uw ontwerp?
Wend u tot de stedenbouwkundige dienst van de gemeente waar het goed gelegen is.
Document acties